VERSIE DECEMBER 2025

WELKOM BIJ HET PARELSNOER VAN MARKEN

‘Breng ieder uur een woord, een daad; die voor de wereld iets achterlaat’ was de levensfilosofie van sociaal ondernemer Jacques van Marken. Als resultaat van deze filosofie startte hij samen met zijn vrouw Agneta Matthes vele succesvolle ondernemingen en creëerden zij meer dan honderd sociale voorzieningen. Het ‘Parelsnoer Van Marken’ voert de bezoeker langs tastbare hoogtepunten van het gedachtegoed van de Van Markens en de ‘Parels’ die zij ons hebben nagelaten.

Het Parelsnoer Van Marken kunt u op elk moment zelfstandig en gratis bezoeken. Bij sommige Parels is buiten of binnen een fysieke tentoonstelling waar u meer vindt. Er is een route aangegeven, maar u kunt uiteraard alle Parels ook los bezoeken en in een andere volgorde. De totale route is ongeveer zeven kilometer, dus als u alles te voet bezoekt is het een flinke wandeling. Per fiets is het ook goed te doen, met uw eigen fiets of met een OV-fiets van station Delft.

Het Parelsnoer Van Marken is nog in ontwikkeling, de website wordt nog verbeterd en bij elke Parel kunt u binnenkort via een QR-code en de website informatie vinden.


PARELS

Station Delft

Bij het huidige NS-station begint het spoorverhaal van Delft. In 1847 werd het oude station geopend, als onderdeel van de nieuwe spoorlijn Den Haag–Rotterdam. Toen Jacques van Marken in 1869 een plek zocht voor zijn fabriek, koos hij bewust voor de strook tussen spoor en water. Vanaf 1883 kreeg de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek zelfs een eigen halteplaats, met een aftakking van het spoor voor goederen en personeel.

Met de opening van de spoortunnel in 2015 verhuisde het station ondergronds. Het oude station werd verbouwd tot restaurant en de vroegere spoorzone veranderde in een groene tuin: een stille herinnering aan ruim 150 jaar spoorhistorie in Delft.

Op 20 september 1839 werd de eerste spoorlijn van Nederland geopend. De spoorlijn, die Amsterdam met Haarlem verbond, werd in het decennium erna verder doorgetrokken naar het zuiden. Eerst naar Leiden en Den Haag, en in 1847 naar Rotterdam. Het tracé tussen Den Haag en Rotterdam werd officieel geopend op 31 mei 1847, door een met vlaggen versierde feesttrein waar zich onder andere Hendrik van Oranje-Nassau bevond.[2] Het station van Delft opende zijn deuren op 3 juni 1847.


Huis van Delft

Aan de kop van de Spoorzone staat Huis van Delft, ontworpen door Koschuch Architects. Het opvallende blauwe gebouw biedt ruimte aan 53 woningen en is bedoeld als eigentijdse stadspoort tussen historische binnenstad en moderne kennisstad.

De gevels zijn geïnspireerd op middeleeuwse Delftse gevels en werken als een soort optische illusie: historisch van oorsprong, maar duidelijk van nu. Binnen is het interieur bewust spectaculair vormgegeven, met als blikvanger een kunstwerk van 2.000 m² van kunstenaar Job Smeets, waaronder een enorm Delftsblauw portret van Jacques van Marken.

Op de begane grond zijn de VVV, sterrenrestaurant Azurite en de Innovation Gallery gevestigd. Hier presenteren onder meer Gemeente Delft, TU Delft en diverse kennisinstellingen zich en vinden bijeenkomsten plaats. Huis van Delft is zo een hedendaags monument voor de pioniersgeest van de stad.

Zie ook Huis van Delft


Maison Neuf, Westvest 9

Aan de Westvest markeert een rij statige gebouwen de overgang van oude stadswal naar singel. Voor de Polytechnische School werden hier in de 19e eeuw twee neoclassicistische onderwijsvilla’s gebouwd: Westvest 9 (1865, C.J. de Bruyn Kops) en Westvest 7 (1875, Eugen Gugel, ook architect van villa Rust Roest). Ze vormden samen met Oude Delft 95 een uitbreiding van de hoofdvestiging van de Polytechnische School.

Jacques van Marken studeerde in deze periode aan de Polytechnische School; de kans is groot dat hij ook in Westvest 9 les heeft gehad. Opmerkelijk is dat het opleveringsjaar 1865 samenvalt met het jaar waarin hij Agneta Matthes ontmoette.

Na het vertrek van het onderwijs huisvestte het pand onder meer de Topografische Dienst en de VAK. Tegenwoordig is het antikraak in gebruik, in afwachting van verbouwing tot huisvesting voor de afdeling Erfgoed.

Openingstijden: zie website Museum Van Marken


Phoenixstraat 54 / Hermanos

De Van Markens woonden voor hun verhuizing naar villa Rust Roest in het Agnetapark in deze woning. Aanvankelijk alleen Phoenixstraat 52, maar op een gegeven moment werd ook de naastgelegen woning Phoenixstraat 54 aangekocht en werd er een doorbraak gemaakt op een hogere verdieping.

Agneta Matthes begon in Phoenixstraat 52 in 1873 haar parfumfabriek Maison Neuve. Zij gebruikte slim de alcohol uit de productie van gist en spiritus als basis voor luxe parfums en eau de colognes: een vrouwelijke en verfijnde aanvulling op het industriële Delft. De parfums, vaak in flesjes van De Porceleyne Fles, werden internationaal bekroond en brachten de naam Delft tot in Parijs en Sydney. Omdat vrouwen destijds geen volwaardige ondernemingsrechten hadden, stond de fabriek formeel op naam van Jacques, maar Agneta voerde de dagelijkse leiding. Vanuit de eerste verdieping van Hermanos is het oude parfumfabriekje van Agneta te zien in de (privé-)tuin van het buurpand.

In 2022 is het merk Maison Neuve nieuw leven ingeblazen, met moderne versies van de historische geuren. Agneta’s ondernemingszin leeft daarmee bijna 150 jaar later nog steeds voort. Restaurant Hermanos: Dinsdag t/m donderdag: 10:00-17:00 Vrijdag & Zaterdag: 10:00-22:00 Raadpleeg Google voor de meest recente openingstijden. Zie ook de website voor meer informatie.


Molen de Roos

Molen De Roos kent een lange geschiedenis. De eerste molen, op de stadswal, dateert uit de 15e eeuw en stond bekend als de “Bordeelmolen”. Na stormschade werd in 1679 een nieuwe wipkorenmolen gebouwd op een bastion aan de Westvest, op de plek van de vroegere Gasthuismolen. De Roos is daarmee een opvallend voorbeeld van een houten wipmolen in een tijd waarin stenen molens in opkomst waren.

Van 2019 tot 2021was er rond de jaarwisseling in Molen de Roos de eerste pop-up tentoonstelling van Museum Van Marken te zien. Kopers van een pak ‘Van Marken Oliebollenmeel’ kregen een gratis blokje ‘Koningsgist’ net zoals dat vroeger in deze periode voor werknemers van de fabriek gratis verkrijgbaar was bij de portier van de fabriek.

Vandaag de dag worden er granen en meel verkocht, kun je een broodbakcursus volgen en is er een caféfunctie. De molen is zo een levend stukje industrieel en sociaal erfgoed. Het molenaarscafé in Molen de Roos kent een seizoensopening: van de Molendagen in mei tot en met de Monumentendagen in september. Buiten het seizoen alleen geopend voor groepen; dan vantevoren reserveren.  


Altijd Gezelligheid

Aan het J.C. van Markenplein ligt Café Altijd Gezelligheid. Dit café, dat hier sinds 1898 is gevestigd, geldt als het oudste café van het park. Dit kroegje zat eerst sinds 1874 tegenover de Lepelbrug, naast het kantoor van de Gistfabriek en werd gerund door Oliefabriek werknemer Arie Langeweg. Van Marken heeft echter andere plannen met de plek en koopt het kroegje op. Op 9 juni 1898 wordt het café gesloopt. Kroegbaas Langeweg begint direct een nieuwe kroeg pal naast de entree van het Agnetapark genaamd ‘Veldzicht’. Later wordt de naam veranderd in café Altijd Gezelligheid. De kroeg ligt strategisch net buiten het Agnetapark en tegenover de oude spoorwegovergang naar de fabrieken. Arbeiders stonden op betaaldag voor een keuze: naar huis of naar het café?

Tot op de dag van vandaag ademt Café Altijd Gezelligheid diezelfde sfeer. Binnen vind je een traditioneel oud bruin café, waar biljarten, darten en vooral het samenzijn centraal staan. Het is nog altijd een geliefde ontmoetingsplaats.

Voor informatie en openingstijden zie de website.


De Gemeenschap

Het gebouw De Gemeenschap (1892) werd in het Agnetapark opgericht als centrum voor arbeiders van de Gist- en Spiritusfabriek. Jacques en Agneta vonden naast goede huisvesting ook cultuur, ontwikkeling en ontmoeting essentieel.

In De Gemeenschap werden lezingen, muziekuitvoeringen, toneel, gymnastieklessen, naai- en breicursussen, leeszaalactiviteiten en bibliotheekwerk georganiseerd. De bewaarschool ‘De Hoop der Toekomst’ kreeg er eveneens onderdak. Architectonisch is het gebouw eenvoudiger dan De Tent, maar de functie is gelijk: het hart van het gemeenschapsleven. Tegenwoordig is het in gebruik als kantoorruimte.


Heinde / De Tent

In 1884 verrees in het Agnetapark het houten gemeenschapsgebouw De Tent, bestemd voor bijeenkomsten, scholen, muziek, toneel en verenigingen. In 1914 kwam er een stenen opvolger, ontworpen door Henri Evers: De Lindenhof, maar in de volksmond bleef het ‘De Tent’. Het gebouw valt op door het pannendak met nokruiters, een ronde traptoren met koperen koepel, ventilatiekappen en een serre. De Tent was jarenlang het sociale en culturele hart van het Agnetapark en onderstreepte Van Markens idealen: naast goede huisvesting ook recreatie, educatie en gemeenschap.

Tegenwoordig is het een horeca locatie (Heinde en Bregje) met ruimte voor evenementen, maar de geschiedenis is nog duidelijk voelbaar. Op de gevel aan de zijde van het parkeerterrein treft u achter de ramen informatieborden aan over het Agnetapark.

Catering: Vanaf 17:00 uur kunt u eten in Heinde of Bregje; vanwege de grote belangstelling is het raadzaam om van tevoren te reserveren. Zie ook https://heinde.nl/locatie/delft/ en https://bregje.nl/uit-eten/delft/ Overdag is Heinde in principe gesloten, maar het is mogelijk om overdag koffie/thee te gebruiken als de bediening daar even tijd voor heeft.


Drukkerij

De Drukkerij Van Marken (1891) in het Agnetapark werd gebouwd als bedrijfsdrukkerij voor de Gist- en Spiritusfabriek en de andere ondernemingen van Jacques van Marken. Hier werden onder meer personeelsbladen, jaarverslagen, advertenties en educatief drukwerk gemaakt. De drukkerij is door Van Marken opgezet als experiment om het eigendom van de productiemiddelen in handen te brengen van de arbeiders. Doordat de drukkerij werd opgezet als coöperatie konden werknemers de kans krijgen om ‘mede-ondernemer’ te worden. De drukkerij had ook een uitgesproken sociale functie. Bewoners van het Agnetapark vonden er werk, en het personeelsblad ‘De Fabrieksbode’ – een van de eerste van Nederland – werd hier gedrukt. Daarmee paste de drukkerij volledig in Van Markens visie: productie combineren met informatie, cultuur en gemeenschap.

Het gebouw wordt nu door Het pand is een rijksmonument en een tastbaar overblijfsel van zijn sociale ondernemerschap.


Agnetapark met borstbeelden Jacques en Agneta

Het Agnetapark, vanaf 1881 aangelegd door Jacques van Marken en Agneta Matthes, geldt als het eerste tuindorp van Nederland. Doel: goede, gezonde huisvesting voor de werknemers van de Gist- en Spiritusfabriek in een groene omgeving. Landschapsarchitect Louis Paul Zocher ontwierp een park met slingerpaden, waterpartijen en relatief ruime woningen met tuinen. Naast woningen kwamen er winkels, een gemeenschapshuis, een school en het culturele centrum De Tent. Zo ontstond een hechte arbeidersgemeenschap, met veel aandacht voor cultuur, onderwijs en welzijn. Het Nieuwe Park (1925) sloot aan als uitbreiding, met meer rationele rijtjeswoningen maar nog altijd met tuintjes en heggen. In 1962 volgde een derde deel met portiekflats. Het hele Agnetapark is sinds 1989 rijksmonument en sinds 2011 beschermd stadsgezicht.

Borstbeelden Jacques en Agneta

Midden in het Agnetapark stond ooit de villa Rust Roest, het woonhuis van Jacques en Agneta, pal tussen hun arbeiders. De villa fungeerde als privéwoning én centrum voor sociale en culturele activiteiten. Na verbouwingen en gebruik als huishoudschool werd het complex in 1981 gesloopt. Op de vrijgekomen plaats staan nu de borstbeelden van Jacques van Marken en Agneta Matthes: een blijvende ode aan hun rol als grondleggers van het park en als sociale vernieuwers.


Watertoren

De Delftse watertoren (1895) aan de Schie, vlak bij de voormalige Calvé-fabriek, werd gebouwd voor de drinkwatervoorziening. De toren hangt nauw samen met de bestrijding van cholera. Onderzoek rond 1893 toonde aan dat veel stadspompen ernstig vervuild water leverden. Aansluiting op de duinwaterleiding en de bouw van de watertoren maakten een einde aan terugkerende epidemieën. Totdat de openbare watervoorziening op orde was, liet Jacques van Marken water per schip uit Den Haag aanvoeren voor zijn fabrieken en de bewoners van het Agnetapark. Vanaf de toren kijk je uit op het Agnetapark en het terrein van DSM.

Sinds 7 mei 2022 is in het pomphuis Kunstcentrum RADIUS gevestigd, een toonaangevende instelling voor hedendaagse kunst over klimaatverandering en ecologisch herstel. Meer info https://radius-cca.org/nl/


Groote Kantoor

Aan de Vliet staat het Groote Kantoor, het monumentale voormalige kantoor van de Gist- en Spiritusfabriek, Calvé en de Lijm- en Gelatinefabriek. Rond 1900 floreerden deze bedrijven en ontstond behoefte aan een gezamenlijk administratiekantoor. In 1903 werd grond aangekocht; de begane grond beslaat ongeveer 2.000 m², met een grote met glas overdekte hal. Links bevonden zich de kantoren van Gist, rechts die van Calvé. Werknemers ontvingen hun loon op zaterdagen buiten bij de zuidgevel. Het gebouw werd ontworpen door Bastiaan Schelling en Karel Muller. Het kende een moeizame ontstaansgeschiedenis door voortdurend veranderende wensen van de directie. De publieke aanbesteding vond in 1905 plaats in De Gemeenschap in het Agnetapark. Jacques van Marken overleed in 1906 en maakte de voltooiing niet meer mee.

Binnen is een monumentale marmeren trap en zijn ruime directiekamers met uitzicht op de Vliet. Het Groote Kantoor is rijksmonument en werd in 2019 uitgeroepen tot Nationaal Chemisch Erfgoed. BOEi restaureert het gebouw en herontwikkelt het tot modern kantoorgebouw, met ingebruikname verwacht in 2027. Meer informatie: https://www.boei.nl/projecten/grote-kantoor-dsm-delft/


Bousquet, Idsardi

Aan de Voorstraat 90, nu Werkplaatsgalerie Froukje Idsardi, woonde Jacques van Marken tijdens de eerste vijf jaar van zijn studie in Delft (1862–1867). Zijn hospita was Carolina Le Clercq–Bousquet, uit de familie achter Zeepfabriek Bousquet (sinds 1798). De fabriek bestreek meerdere panden en pakhuizen in de binnenstad.

Tijdens de cholera-uitbraak van 1866 verhuisden Jacques en zijn hospita naar Oude Delft 29, vanwege de betere hygiënische omstandigheden. Na zijn huwelijk met Agneta in 1869 verhuisde hij naar Oude Delft 106.

De zeepfabriek bleef tot 2003 in bedrijf; vanaf 2007 zijn de rijksmonumentale panden gerestaureerd en verbouwd tot appartementen. Carolina Le Clercq werd begraven op Jaffa; bij haar graf staat een monument met een kussen en open bijbel. Jacques van Marken ligt op Jaffa in haar nabijheid begraven.

Zie website Idsardi


Huis Van Meerten

Aan de Oude Delft staat Huis Van Meerten, ook wel “Oud Holland”. Lambert van Meerten, mede-eigenaar van de Distilleerderij, Gist- en Spiritusfabriek Van Meerten & Zonen, was een verwoed verzamelaar van bouwfragmenten, Delfts aardewerk en antiek meubilair.

Tussen 1891 en 1893 liet hij een speciaal huis bouwen voor zijn collectie. In 1902 ging het familiebedrijf failliet en nam Van Marken het over, waarna hij ook jenever en brandewijn ging produceren. Om het huis te behouden, zette een groep prominente Delftenaren onder leiding van Jacques van Marken zich in voor behoud en museale bestemming. Een tableau in de hal herinnert daaraan. Een deel van de collectie werd later verkocht; Van Meerten en zijn zus Dina bleven tot 1904 in het huis wonen. In 1909 werd het Museum Lambert van Meerten geopend. Het interieur was rijk aan historische bouwfragmenten, tegelpanelen, schouwen en glas-in-lood. Een deel van de collectie verhuisde in 2013 naar Museum Prinsenhof. Na de sluiting is het huis in 2020 door Vereniging Hendrick de Keyser als Museumhuis heropend.

Openingstijden: Zie website Hendrick de Keyser


Prinsenhof Agathaplein

Het Prinsenhof is een van de meest historische plekken van Delft. Ooit een klooster, later het woonpaleis van Willem van Oranje, die hier in 1584 werd vermoord. De kogelgaten in de muur herinneren nog steeds aan dat moment en aan het ontstaan van de Nederlandse natie.

Tegenwoordig huisvest het complex Museum Prinsenhof Delft, met tentoonstellingen over de Tachtigjarige Oorlog, Delfts Blauw en de rol van Delft als stad van kunst en innovatie. Het museum wordt momenteel verbouwd en heropent naar verwachting in de lente van 2027.

De link met Jacques van Marken en Agneta Matthes zit in het streven naar vooruitgang. Waar Willem van Oranje streed voor vrijheid, werkten Jacques en Agneta aan sociale verbetering voor arbeiders. Zij gebruikten het Prinsenhof als locatie voor recepties en culturele bijeenkomsten, zodat ook arbeiders kennis maakten met een omgeving die normaal voorbehouden was aan de elite.

Het museum bezit een omvangrijke collectie rond Jacques en Agneta. Na de heropening zal een deel daarvan opnieuw getoond worden.

Museum Prinsenhof Delft is tijdelijk gesloten wegens een verbouwing. Informatie: https://www.museumprinsenhofdelft.nl/


Museum Tétar van Elven

Aan de Koornmarkt 67 staat het huis van schilder Paul Tetar van Elven. Hij werd in 1854 docent handtekenen aan de Koninklijke Academie, later de Polytechnische School, waar Jacques van Marken studeerde. In 1864 kocht hij dit pand als woonhuis en atelier. Jacques schreef in 1866 aan Agneta dat Tetar van Elven een ‘allercharmantst mens’ was. Mogelijk inspireerde Tetar hem om kunstenaars in te zetten bij de publiciteit voor de producten van de Delftsche Nijverheid.

Tetar van Elven liet zijn huis en collectie na aan de gemeente, met de voorwaarde dat het als museum toegankelijk zou blijven. Hij werd begraven op Jaffa. Het huis is nog altijd te bezoeken als Museum Paul Tetar van Elven.


TU Noord

Het gebied TU Noord ontwikkelde zich rond 1900. Tot die tijd bevond de Polytechnische School zich volledig in de binnenstad. Het eerste gebouw in TU Noord was Geodesie (1895), gevolgd door het gebouw voor Natuurkunde en Elektrotechniek in 1903, met de Dynamohal en het Ketelhuis: het huidige Vakwerkhuis. Beide ontwerpen zijn van rijksbouwmeester Van Lokhorst.

Jacques van Marken maakte deze eerste ontwikkeling nog mee. Later werden onder andere Mijnbouwkunde, het Laboratorium voor microchemie en metallografie en de Hortus Botanicus aangelegd. Pas in 1963 werd TU Noord door de Sebastiaansbrug rechtstreeks met de binnenstad verbonden.

Het huidige Vakwerkhuis aan de Prof. Snijdersstraat 2 is nu een café-restaurant met terras aan de Schie: een aangename pauzeplek tijdens de wandeling. Zie voor openingstijden: Vakwerkhuis


Hortus Botanicus / Paviljoen Het Groene Lab

Eind 19e en begin 20e eeuw ontstaan in Delft veel technologische innovaties, mede door de Polytechnische School en de bedrijven van Van Marken. In 1885 haalt hij wetenschapper Martinus Beijerinck naar Delft voor onderzoek naar gist aan de Gist- en Spiritusfabriek. Beijerinck groeit uit tot grondlegger van de virologie en microbiologie. Zijn leerling Gerrit van Iterson jr. onderzoekt de technische bruikbaarheid van planten en richt in 1908 de ‘Cultuurtuin voor Technische Gewassen’ op in TU Noord. Deze tuin groeit uit tot de huidige Hortus Botanicus TU Delft, onderdeel van de Nationale Plantencollectie.

De Hortus draagt bij aan biodiversiteitsbehoud, biedt educatie en recreatie en bevat het paviljoen ‘Het Groene Lab’, geïnspireerd op het demontabele paviljoen van de Delftsche Nijverheid van Van Marken. In de Hortus is ook een Coffee-star met duurzame koffie en thee.

Informatie: https://www.tudelft.nl/hortus-botanicus


Jaffa

De algemene begraafplaats Jaffa werd in 1868 aangelegd en lag toen nog buiten de stad, tussen de weilanden. In 1874 nam de gemeente Delft de begraafplaats over. Rond 1930 werd het terrein uitgebreid en kwam er een aula bij. Het zuidelijke deel, met oude bomen en directeurswoning, is een rijksmonument. Hier liggen Jacques en Agneta van Marken begraven, samen met vele tijdgenoten.

Museum Van Marken en uitvaartorganisatie De Laatste Eer hebben er een wandeling uitgezet met QR-codes, waarbij schrijver Jan van der Mast vertelt over de levens van de personen die er begraven liggen, zoals beschreven in zijn boek ‘Delftse Helden’.

Zie voor informatie over openingstijden Jaffa: https://www.begraafplaatsdelft.nl/begraafplaats-jaffa


Royal Delft Museum

De Porceleyne Fles, opgericht in 1653, is de enige overgebleven aardewerkfabriek uit de 17e eeuw in Delft. Toen Chinees porselein schaars werd, ontwikkelden Delftse makers het eigen Delfts Blauw: handbeschilderd aardewerk met karakteristieke blauwe decoraties. Na een periode van verval nam ingenieur Joost Thooft de fabriek in 1876 over. Met compagnon Abel Labouchere moderniseerde hij het bedrijf, zonder kwaliteitsverlies voor het schilderwerk. Agneta Matthes steunde het bedrijf door haar parfum Maison Neuve te verkopen in speciaal gemaakte Delfts Blauwe flesjes. In 1919 ontving de fabriek het predicaat “Koninklijk” en heet sindsdien Royal Delft.

Tot op de dag van vandaag wordt het aardewerk met de hand beschilderd. Royal Delft is tegelijk fabriek en museum en daarmee een levend monument van Delfts vakmanschap.

Catering en info: zie deze website


Bacinol 2

Aan de Hooikade staat Bacinol 2, een markant gebouw dat verwijst naar het geheime penicillineonderzoek op het terrein van de Gist- en Spiritusfabriek tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat onderzoek kreeg de codenaam “Bacinol”. Het oorspronkelijke Bacinol-gebouw op het Gistterrein werd in 2009 gesloopt vanwege de spoortunnel; de naam leeft voort in Bacinol 2.

Het pand, gebouwd in 1932 voor de Koninklijke Fabriek F.W. Braat, is een voorbeeld van Het Nieuwe Bouwen, met stalen constructie en glas-in-lood van Vilmos Huszár. Oprichter Frederik Braat was een tijdgenoot van Jacques van Marken en gaf hem de tip om de Gistfabriek te stichten op de huidige locatie. In bredere zin is Bacinol een schakelpunt in het verhaal van Van Marken en Braat: hun industriële en sociale basis maakte latere innovaties mogelijk. Tegenwoordig is Bacinol 2 een creatieve broedplaats met ateliers, horeca en ontmoetingsruimten, waar verleden, innovatie en cultuur samenkomen.

Catering in Huszar; zie website


Terug naar station